Gepubliceerd: 27 Aug 2020
Aanleiding
Vandaag debatteert de Amsterdamse politiek wederom over het aantal geweldsdelicten in de stad en over maatregelen die genomen kunnen worden tegen wapenbezit. Een van de maatregelen die weer ingebracht is: preventief fouilleren. Burgemeester Halsema heeft eerder aangegeven dat preventief fouilleren geen goede reactie is op de incidenten. Ze noemde de "effectiviteit gering, de negatieve gevolgen groot". Er is ook veel discussie over de cijfers. Hier hebben we al eerder een uitgebreide blog over geschreven met bronvermeldingen. In juni koos de Amsterdamse driehoek om preventief fouilleren uit te stellen.
Preventief fouilleren niet nodig voor de politie
Politie heeft al de bevoegdheid om te controleren op wapens. Artikel 50 en 51 van de Wet Wapens en Munitie geeft de politie nu al de bevoegdheid om mensen, bagage en voertuig te fouilleren op wapens als er “redelijkerwijs” een aanleiding is. Dan kan bijvoorbeeld als er op die locatie iets gebeurd is met een wapen, of als er concrete informatie is dat iemand een wapen heeft. Als er over bepaalde scholen informatie is dat er wapens in omloop zijn, lijkt de wet dus nu al voldoende mogelijkheid te bieden.
Argumenten tegen preventief fouilleren
Het risico op etnisch profileren is hoog. Dit onderschrijft ook de huidige politiechef van Amsterdam, Frank Paauw: "De effecten van preventief fouilleren kunnen etnisch profileren zijn en dat gevoel moeten we niet bagatelliseren.” Daarbij komt ook kijken dat uit verschillende pilots de opbrengst van preventief fouilleren laag blijkt. In de vorige eenheid van Frank Paauw, Rotterdam, fouilleerde de politie in 2017 meer dan 10.000 mensen (rapportage Rotterdam). Daarbij werden slechts 147 steekwapens in beslag genomen. Dat betekent dat 1,5% van de controles het gewenste resultaat had: het aanpakken van wapens. Zo'n lage opbrengst draagt nauwelijks bij aan het veiliger maken van de straat. Een coalitie van Ombudsmannen schreef in 2011 al dat uit onderzoek niet blijkt dat preventief fouilleren leidt tot meer veiligheid. Sterker nog, schrijven zij, het "creëert schijnveiligheid".
De discussie over preventief fouilleren lijkt gekoppeld aan een politieke kleur, maar dat is niet zo. VVD burgemeester Van Zanen uit Den Haag heeft ook de keuze gemaakt om niet preventief te gaan fouilleren: "…zwaar middel omdat het inbreuk maakt op de privacy en lichamelijk integriteit van burgers. Dit vraagt om terughoudendheid en zorgvuldigheid." […] Van Zanen concludeert dan ook dat het “bij concrete signalen van wapenbezit de voorkeur verdient om de schaarse politiecapaciteit in te zetten om gericht te rechercheren en, waar nodig en mogelijk, op te treden op basis van het strafrecht. Dat is passender, effectiever en efficiënter dan aselecte fouilleeracties.”
Cijfers Amsterdam
Een goede probleemanalyse, gebaseerd op cijfers, is cruciaal. Als er uitgegaan wordt van het overzicht over alle typen wapengebruik in Amsterdam dan kan er de conclusie getrokken worden dat het aantal verdachten over de periode 2017 tot 2019 gestegen is met 11%. Vooral onder de jongeren (12 t/m 22 jaar) is de stijging opvallend. Het aantal jeugdige verdachten steeg volgens deze cijfers met 40%.
NOS meldde eerder dat het aantal steekincidenten met minderjarige verdachten verdubbelde in Rotterdam. In 2019 waren er in Rotterdam 36 steekincidenten waarbij minderjarigen verdacht werden. In 2018 waren dat er 19. De cijfers van Rotterdam wijken dus enorm af van de cijfers uit Amsterdam. In dat licht is het belangrijk om scherp naar de cijfers uit Amsterdam te kijken. Twee kanttekeningen die wij hebben zijn:
- De cijfers laten zien hoeveel verdachten er zijn per jaar en per leeftijdsgroep. De cijfers geven echter geen inzicht in het aantal incidenten waarbij een wapen is gebruikt. Mogelijk zijn er meerdere verdachten per incident en is het aantal incidenten fors lager.
- Het kan zijn dat één persoon verantwoordelijk is voor meerdere incidenten. Is het mogelijk dat één persoon meerdere keren geteld wordt, omdat hij van meerdere incidenten verdacht wordt?
Kritische vragen en onze visie
- In 2019 waren ongeveer 600 jongeren en jongvolwassenen (12-22 jaar oud) verdacht van een incident waarbij een wapen is gebruikt. Hoeveel van deze jongeren waren in beeld in het kader van de top 600 of top 400 aanpak? Dit is belangrijk omdat deze jongeren al in beeld zijn, actief worden gecontroleerd en in de gaten worden gehouden door de politie. De gerichte aanpak kan verder aangescherpt worden zodat het de effectiviteit van de controles ten goede komt.
- De discussie gaat over hoe wapens van straat gehaald kunnen worden, maar niet ingegrepen kan worden op de oorzaak benodigd perspectief van de jongeren die nu betrokken zijn als het gaat om wapenbezit en -geweld.
- Uit de actualiteit blijkt dat de incidenten m.b.t. wapenbezit en -geweld stads breed plaatsvinden. De laatste paar incidenten vonden plaats in stadsdeel Zuid. Waarom ligt het vergrootglas op achtergestelde buurten zoals Zuidoost en Nieuw-West?
- Is er onderzocht of een straffeloze wapen inzamelingsactie een maatregel zou kunnen zijn in Amsterdam? In 2019 werkte het Openbaar Ministerie (OM) aan richtlijnen om in Nederland straffeloos wapens en munitie te kunnen inleveren. Een meerderheid in de Tweede Kamer riep het kabinet eerder al op om met landelijke regelgeving te komen. In verschillende gemeenten bleek dit een succes.