Wat ons opviel in het nieuws over etnisch profileren op maandag 3 oktober 2016
Gepubliceerd: 04 Oct 2016
1. De politie hanteert steevast een definitie van etnisch profileren die zo ‘nauw’ is, dat er bijna niets binnen valt. Volgens de politie is etnisch profileren dat agenten “louter op basis van uiterlijk” iemand controleren. Deze definitie is radicaal anders dan definitie die de onderzoekers van het gister verschenen rapport hanteren, de definitie die Amnesty gebruikt, en bijvoorbeeld de definitie van de student die etnisch profileren in Oost-Brabant onderzocht. Volgens deze definities is het etnisch profileren als iemand méde op basis van zijn of haar zichtbare raciale kenmerken gecontroleerd wordt, en als er sprake is van disproportionaliteit. Lees ook het artikel van Sinan Cankaya op de Correspondent hierover.
De politie zegt tegen etnisch profileren te zijn, maar daar bedoelen ze dus iets anders mee. Het is belangrijk dat de politie, de media en onderzoekers toewerken naar een gedeelde definitie van etnisch profileren, zodat we er hetzelfde mee bedoelen. Luister hier een langer interview met pvv korpschef Ruud Bik.
2. Etnisch profileren is niet uitsluitend een gevolg van agenten met vooroordelen, die hun discretionaire bevoegdheden te ruim gebruiken. De instructies die dienders meekrijgen spelen hierbij een belangrijke rol. Hoe dat gaat? Zie bijvoorbeeld deze uitzending van Hart van Nederland waar agenten op pad gestuurd worden om Polen en Roemenen te controleren. Ook eenheidsleider Pieter Jaap Aalbersberg van Amsterdam erkende dit: soms gaat de politie in Amsterdam-West op pad om lichtgetinte jongens te controleren die met z'n tweeën op de brommer zitten. De verandering moet van twee kanten komen: van onderop en van bovenaf.
3. De politie kiest een hopeloze lijn van verdediging om etnisch profileren te bagatelliseren. Pvv korpschef Ruud Bik zegt dat het niet altijd expres gebeurt. Waarmee hij maar wil zeggen: dan is het minder erg. Dat is onzin, als het per onbewust gebeurt is het ook erg - sterker nog, het is veel moeilijk om onbewust discriminerende agenten bewust te maken hiervan. Maar als agenten de instructie meekrijgen om Polen en Roemenen aan de kant te zetten, als agenten op zoek zijn naar daders met een buitenlands uiterlijk, praten over “marokkaantjes” en op basis van hun onderbuik tot controles overgaan - hoe onbewust is het dan eigenlijk?
4. We werden gisteren veel gebeld door media die willen weten wat we vinden, maar die ons ook inzetten om “slachtoffers” van etnisch profileren te vinden. We begrijpen dat het belangrijk is dat mensen die het overkomt hun verhaal doen, en we koppelen mensen die graag willen praten aan media die iemand zoeken. Het punt is dit: we moeten ook inhoudelijk stappen gaan zetten, en daar moeten experts een rol gaan spelen. Sinan Cankaya, Frank Bovenkerk en Gerbrig Klos van Amnesty International: zij hebben momenteel de grootste inhoudelijke kennis op dit gebied. Wouter Landman, auteur van het rapport Boeven Vangen, is ook onvoldoende in de media geweest gisteren. Tijd voor verdieping, dus nodig deze mensen uit, en vooral: geef ze de ruimte om langer en met meer diepgang te spreken.
Hier nog een aantal uitzendingen en artikelen over etnisch profileren die op 3 oktober verschenen:
Het ochtendjournaal van de NOS een interview en artikel op AT5, een artikel in de Volkskrant, een stuk van Tilburg University en een reportage van RTL nieuws.
Afbeelding via Datapipe.com