De stelselherziening brengt veel veranderingen met zich mee - een overzicht.
Gepubliceerd: 22 Jan 2019
Onderaan deze tekst staat een film waarin onderstaande uitgelegd wordt. Scroll naar onderen om deze te bekijken.
Wat gaat er veranderen mbt politiegeweld in 2019
1. Manier waarop de politie geweld mag gebruiken- er komt een omschrijving van de wijze waarop nieuwe wapens gebruikt mogen worden (taser, rubberkogels). Deze wapens heeft de politie nog niet (rubberkogels) of zijn geen onderdeel van de basispolitiezorg (taser) maar het gebruik van de wapens wordt wel geregeld. - bestaande wapens mogen anders ingezet worden (bijvoorbeeld het vuurwapen).- diensthond en handboeien worden toegevoegd aan de ambtsinstructie.
2. Manier waarop de politie geweld intern registreert en beoordeelt- registreren: in het hele land wordt binnenkort politiegeweld op dezelfde manier geregistreerd waardoor er meer en betere data zullen komen.- beoordelen: er komt een bredere toets die niet alleen gericht is op het beoordelen van de rechtmatigheid van het geweld, maar ook op de professionaliteit en behoorlijkheid van het toegepaste geweld.
3. Manier waarop geweld het Openbaar Ministerie geweld strafrechtelijk beoordeeltIn het wetboek van Strafrecht komt een strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak. Ook komt er een strafbaarstelling in het wetboek van Strafrecht: geweld dat niet in de rechtmatige uitoefening van hun taak was, wordt strafbaar gesteld. In het wetboek van Strafvordering komt een wettelijke grondslag voor het OM om strafrechtelijk onderzoek te doen.
4. Manier waarop de rechter politiegeweld beoordeeltHet wetsvoorstel bevat ook het plan om de rechtbank Midden-Nederland aan te wijzen als exclusieve rechtbank voor zaken waarbij politiegeweld speelt. Deze rechtbank zou dan alle politiezaken gaan oppakken. Dit voorstel heet ook wel de Blauwe Kamer.
Hoe wordt het geregeld?
Punt 1 en 2 worden geregeld door een wijziging van de ambtsinstructie. De ambtsinstructie is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Het is dus geen wet in formele zin. De regering kan een AMvB vaststellen of wijzigen zonder de Tweede Kamer hierin te betrekken. De Tweede Kamer is overigens recent wel geïnformeerd hierover - er vond op 16 januari een ronde tafel sessie plaats over politiegeweld in de Tweede Kamer. Punt 3 en 4 worden geregeld door het wetboek van Strafrecht en Strafvordering te wijzigen. Dit zijn wél wetten in formele zin, die dus door de Eerste en Tweede Kamer beoordeeld moeten worden.
Het is afwachten hoe deze ontwikkelingen uitpakken in de praktijk. Vanuit Controle Alt Delete hebben we de volgende vragen hierbij:
Blijven cijfers intern?
Dat de politie bij de interne beoordeling van politiegeweld niet alleen kijkt naar rechtmatigheid, maar ook naar behoorlijkheid en professionaliteit, is een positieve ontwikkeling. De politie gaat gebruiken maken van een kader dat de Ombudsman jaren geleden heeft beschreven voor de politie. Het is ook positief dat er beter geregistreerd gaat worden - dat zal betere data over politiegeweld opleveren. Groot vraagteken is of de buitenwereld hier iets van gaat zien, of dat ze alle data en alle beoordelingen intern houden.
Strijd met internationale regels
De ambtsinstructie is niet in lijn met internationale regels over politiegeweld. Dat geldt in ieder geval voor het vuurwapen en gebruik van rubberkogels. De internationale regels voor geweldsgebruik zijn vastgelegd in de basic principles. Dat is geen verdrag, het zijn 'regels' gemaakt op basis van een verdrag. Ze zijn vastgesteld in 1990. Hierin staat dat wetshandhavers alleen mogen schieten om zichzelf of iemand anders te verdedigen of om een situatie te voorkomen waarin iemands leven op het spel staat. In de ambtsinstructie is hier geen sprake van, en mag je bijvoorbeeld ook schieten om iemand aan te houden (vuurwapen) of als iemand spullen vernielt of de openbare orde bedreigt (rubberkogels). Het gebruik van de taser in stun modus is ook niet in lijn met de basic principles.
Wat levert het op voor burgers?
De bedoeling van alle wijzigingen is om tot uitdrukking te brengen dat agenten een bijzondere positie verdienen omdat ze in een bijzondere positie geweld gebruiken: in de uitoefening van hun ambt. Het is de bedoeling om agenten een betere positie te geven, of vooral: er voor te zorgen dat zij niet berecht worden zoals gewone burgers, onder gewoon strafrecht, onder een gewone rechter. De bedoeling van alle wijzigingen is, kort gezegd, om agenten die geweld gebruiken beter te beschermen. De positie van de burger in de rol van slachtoffer van politiegeweld of de nabestaande van iemand die is overleden onder verantwoordelijkheid komt eigenlijk nergens aan bod. Dat perspectief lijkt er gewoonweg niet in meegenomen.
Onduidelijke ontwikkelingen
De ambtsinstructie en de politiewet (waarin proportionaliteit en subsidiariteit staan) noem je samen de geweldsinstructie. Samen worden zij de maatstaf voor welk geweld wél mag, en wat niet mag. Handel je volgens de geweldsinstructie, dan kan je een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond, doe je dat niet, dan kan je vervolgd worden. Maar de ambtsinstructie is nog steeds behoorlijk algemeen, zodat het voor agenten niet een duidelijk handvat biedt om te beoordelen wat wel en wat niet mag. Het biedt agenten dus waarschijnlijk onvoldoende rechtszekerheid. De wetswijzigingen lijken niet in het voordeel van burgers, maar zijn mogelijk ook niet het voordeel van agenten. Het is dus onduidelijk in wiens voordeel al deze ontwikkelingen zullen zijn, hoe het gaat uitpakken. Het is ook onduidelijk of er bijvoorbeeld meer of juist minder agenten voor de rechter zullen komen.