Gepubliceerd: 03 Dec 2019
Anis - een politieagent - werd ruim drie jaar geleden hardhandig gearresteerd door zijn collega’s. De arrestatie was onterecht en ging gepaard met beledigende uitspraken. Anis deed zijn verhaal in de documentaire Verdacht die vorig jaar op televisie was. Lees hier onze blog chronologie van een doofpot over zijn zaak.
Anis deed aangifte tegen de politie. Het Openbaar Ministerie seponeerde de aangifte, op voorwaarde dat de politie zelf maatregelen zou nemen tegen de inspecteur. De politie gaf toen een berisping, maar trok deze weer in nadat de inspecteur bezwaar maakte. Ruim drie jaar later is de zaak nog steeds niet behandeld door het OM. De politie bagatelliseert het incident inmiddels tot een botsing van karakters.
Vandaag stuurde Anis een brief aan de Nationale Ombudsman met het verzoek om er bij de politie op aan te dringen dat Anis gerehabiliteerd wordt, zoals de politie eerder al toegezegd heeft. Hij vraagt de Ombudsman om te helpen om zijn al “drie jaar durende kwelling van onrechtvaardigheid” te beëindigen.
Lees hieronder zijn brief
Geachte Ombudsman,
U ontvangt mijn schrijven, omdat de huidige houding van de Nationale Politie veronderstelt dat zij niet onderschikt is aan het bevoegd gezag.
Als agent bij de Nationale Politie, werkzaam voor de Eenheid Amsterdam, ben ik op vrijdag 27 mei 2016 wederechtelijk van mijn vrijheid beroofd (gehouden) in het cellencomplex te Enschede. In mijn vrije tijd vergezelde ik mijn broertje, nadat het politiepersoneel had geweigerd een al reeds ingeplande aangifte op te nemen. In de discussie die hierover ontstond, heb ik aangegeven voor de Nationale Politie te werken. Daarnaast heb ik benoemd op de hoogte te zijn van de geldende procedures op dit punt; mijn broertje behoefde geen genoegen te nemen met het weigeren van het opnemen van de al reeds ingeplande aangifte. In het politiebureau werd ik niet geloofd, toen ik vertelde werkzaam te zijn voor de Nationale Politie. Een woordenwisseling volgde, waarna een zeer hardhandige arrestatie een feit was. Ik bracht vervolgens als agent van de Nationale Politie een nacht door in de cel.
Na mijn invrijheidstelling heb ik aangifte gedaan. Ik deed dat o.a. omdat ik wederechtelijk van mijn vrijheid ben beroofd en ben mishandeld. Ook heb ik aangifte gedaan van vernieling (van mijn eigendommen) en van ambtsmisbruik. Het daaropvolgende onderzoek heeft de officier van justitie voldoende wettig en overtuigend bewijs geleverd om tot het oordeel te komen dat de verdachte, een collega werkzaam in het oosten van het land, (ernstige) strafbare feiten heeft gepleegd. Door de officier van justitie wordt (in de toelichting op de afdoeningsbeslissing) o.a. beschreven dat hem is opgevallen dat de weergave van de gebeurtenissen in de processen-verbaal van de verbalisanten afwijkt van hetgeen op de beelden zichtbaar en hoorbaar is.
Het OM heeft besloten de zaak tegen deze verdachte, de heer H. Hoekerswever, voorwaardelijk te seponeren, mits de Nationale Politie intern maatregelen zou treffen. De heer Miltenburg, destijds waarnemend politiechef van eenheid Oost-Nederland, heeft op basis van deze beslissing in 2017 geoordeeld dat de heer Hoekerswever een schriftelijke berisping opgelegd diende te krijgen.
In 2018 is de berisping door Korpschef Akerboom echter weer teruggedraaid. Hij deed dit op advies van de ‘bezwaaradviescommissie HRM’ binnen de Nationale Politie. Dit is een bestuursrechtelijke adviescommissie, die geen onderdeel is van de rechterlijke macht en evenmin onderzoek gericht op waarheidsvinding kan uitvoeren. In ieder geval heeft de commissie in een kangoeroe-rechtbank geadviseerd de berisping terug te draaien. En zo geschiedde.
Met deze beslissing miskent de Nationale Politie het ideaal van onpartijdigheid en neutraliteit. Eveneens blijkt uit de handelswijze van de Nationale Politie dat zij zich niet wenst te committeren aan de beslissing van het OM, het bevoegd gezag in deze kwestie.
Via de geëigende kanalen binnen de Nationale Politie ben ik nu inmiddels bijna drie jaar bezig om gerechtigheid te vinden. Het heeft nergens toe geleid. Herhaaldelijk ben ik gestuit op de blauwe muur; stilte overheerst en het oordeel van het OM wordt tot op de dag van vandaag niet serieus genomen. Gepleegde misdrijven worden gebagatelliseerd.
Als klap op de vuurpijl heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op verzoek van de heer Hoekerswever bevolen dat hij alsnog diende te worden vervolgd. Hij kan zich niet vinden in de voorwaarden rondom zijn sepot. Daarom heeft hij via een zogeheten artikel 12 Sv-procedure afgedwongen dat het OM hem moet vervolgen.
Nadat het Hof (op verzoek van Hoekerswever) zijn vervolging had bevolen, heeft de Nationale Politie mijn raadsman bericht dat ik op korte termijn een excuus(brief) zou ontvangen. Eveneens werd mijn rehabilitatie aangekondigd.
Een maand later zag de Nationale Politie in weerwil van de eerdere toezegging plots geen ruimte meer voor excuses en rehabilitatie. De lezing die de Nationale Politie er thans op nahoudt, is dat de strafbare feiten die er jegens mij zijn gepleegd op 27 mei 2016 vooral bestaan uit een botsing van karakters. Een lezing die ik op z’n zachtst gezegd (en na alles wat er over is gezegd) niet kan volgen en overigens ook niet onderschrijf. Het OM evenmin, zoveel is wel duidelijk.
Sinds het incident, en de afhandeling daarvan ben ik volledig arbeidsongeschikt (verklaard); ik lijd aan een extreem geprikkeld gedachteleven en kan niet meer terugkeren bij de Nationale Politie. Door mijn eigen werkgever ben ik niet alleen van mijn vrijheid beroofd (gehouden), maar ook ben ik mijn waardigheid verloren en zijn mijn rechten mij afgenomen.
Onze rechtsstaat valt en staat bij de erkenning van fundamentele mensenrechten; u ziet hierop toe en u kunt interveniëren. Met als doel de bescherming van mijn rechten, primair als burger, maar toch ook voor een belangrijk gedeelte als voormalig agent van de Nationale Politie. Mijn vrijheid is in het geding geweest. Daarbij komt dat ik mij thans nog altijd beroofd voel van mijn vrijheid. De wijze waarop wordt omgegaan met de jegens mij gepleegde misdrijven maakt dat ik niet verder kan met (de rest van) mijn leven. En hoe dat vorm zal moeten gaan krijgen.
Ik vraag u de Nationale Politie te verzoeken het proces van rehabilitatie in gang te zetten, zoals in een eerder stadium ook is toegezegd. Want alleen dan kan ik deze nu al drie jaar durende kwelling van onrechtvaardigheid achter mij laten. Alleen dan word ik ondersteund in mijn herstelproces. Ik verkeer in de hoop dat uw verzoek leidt tot enige vorm van zelfreflectie, tot inkeer. Een morele openbaring van rechtvaardigheid bij de bewaker van onze rechtsstaat, de Nationale Politie.
Bij voorbaat dank voor de door u te nemen moeite en in afwachting van uw bericht, verblijf ik,
met vriendelijke groet,
Anis Raiss