Copy paste door kabinet ongepast

Kabinet neemt loopje met wetenschappelijke kennis en winkelt selectief bij beschikbare onderzoeken

Gepubliceerd: 29 Oct 2015

Vandaag stuurde het kabinet een kamerbrief met een reactie van het ministerie van SZW en Buitenlandse zaken(namens het kabinet) op de aanbevelingen van het VN-comité tegen rassendiscriminatie (CERD). Hierin zegt het kabinet: “In de beschikbare wetenschappelijke onderzoeken zijn geen aanwijzingen gevonden voor structureel etnisch profileren. Politieoptreden is in veruit de grote meerderheid van de situaties goed te rechtvaardigen op grond van concrete gedragingen, informatie of situationele omstandigheden.

Wat opvalt is dat deze zin letterlijk is overgenomen uit dat ene onderzoek van de universiteit Leiden. Dat onderzoek is gedaan bij drie politieteams in Den Haag. In het rapport staat, op pagina 40: “De observaties laten zien dat er weliswaar veel personen met een migrantenachtergrond worden benaderd door de politie, maar ook dat het politieoptreden in veruit de grote meerderheid van de situaties goed te rechtvaardigen is op grond van concrete gedragingen, informatie of situationele omstandigheden.”

Dit rapport is tijdens de presentatie in de Haagse gemeenteraad stevig bekritiseerd door (o.a.) politieonderzoeker dr Sinan Çankaya. Volgens Çankaya levert het onderzoek geen bewijzen voor wel of niet structureel etnisch profileren. Çankaya zei in de gemeenteraad Den Haag hierover het volgende: “Het is mij onduidelijk hoe [in het onderzoek] de redelijkheid van de controles kan worden vastgesteld zonder daarbij de rechtmatigheid van het optreden te bespreken.” Bovendien, zo stelt hij: “De onderzoekers kiezen voor een zeer smalle definitie van etnisch profileren, waarbij etniciteit een vrijwel doorslaggevende rol lijkt te moeten spelen in de overwegingen van agenten.”

Het is problematisch dat de overheid selectief winkelt in de wetenschap. Serieuze wetenschappelijke kritiek op het onderzoek van universiteit Leiden wordt niet serieus genomen, wat de kennisvorming rondom dit onderwerp bemoeilijkt.

De stelling van het kabinet dat er geen aanwijzingen voor structureel etnisch profileren zijn, vindt geen grond in wetenschappelijk onderzoek. Er vindt immers geen systematische monitoring plaats, en uit de huidige onderzoeken is het niet af te leiden. Kortom, er zijn gewoon geen cijfers bekend wat betreft de mate van etnisch profileren.

Bovendien, als etnisch profileren geen probleem is, waarom worden wij regelmatig uitgenodigd door de verschillende ministeries, gemeenteraden en andere overheidsinstanties voor presentaties en discussies over etnisch profileren? En waarom hebben diverse politie-eenheden een ambassadeurs-netwerk tegen etnisch profileren?

Etnisch profileren wordt “ten principale” afgewezen door het kabinet. Er wordt ingezet op maatregelen ter voorkoming van etnisch profileren. We juichen het toe dat er “aanpassingen in de klachtenprocedure” worden voorgesteld, maar vragen ons af wat die aanpassingen dan zijn. Eerst zien, dan geloven. Wij, en dat weet ook de politie, weten bovendien dat etnisch profileren wel degelijk plaats vindt in de dagelijkse politiepraktijk. Dat ontkent de politie ook niet. De vraag blijft bovendien: welke maatregelen worden er getroffen tegen agenten die zich schuldig maken aan etnisch profileren?

Doe mee

Zet je in tegen etnisch profileren en buitenproportioneel geweld