Vuistslag in het gezicht door de politie

Wat is er gebeurd?

Drie politieagenten gingen op 23 september 2020 naar het huis van een verdachte om hem aan te houden. Uit het rechtbankverslag blijkt dat de verdachte niet meewerkte. Toen de verdachte zich omdraaide heeft een van de agenten hem geprobeerd te boeien en daarna naar de grond geduwd. Toen de verdachte zich verzette sloeg de agent hem “meermalen met zijn vuist in het gezicht”.

Geweldsgebruik neemt toe, aantal vervolgingen nam af

De laatste jaren neemt geweldsgebruik door politieambtenaren toe. In 2022 was het aantal geregistreerde geweldsaanwendingen 33.584, een stijging van meer dan 3000 ten opzichte van het jaar daarvoor. Het was het derde jaar op rij dat geweldsgebruik door de politie toenam ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal politiemensen dat vervolgd wordt na geweldsgebruik nam juist af. In 2021 vervolgde het OM vijf politiemensen na gebruik van geweld. In 2022 vervolgde het OM twee politiemensen. Dat blijkt uit cijfers die Controle Alt Delete opvroeg bij het Openbaar Ministerie.

De regel voor fysiek geweld: niet slaan in het gezicht

De regels voor geweldsgebruik door politiemensen staan in de Ambtsinstructie. De normen voor het gebruik van fysiek geweld, zoals slaan met een vuist, staan hier niet in. Deze regels zijn te vinden in het rapport Verantwoord Politiegeweld van de Nationale Ombudsman uit 2013.

In het rapport legt de Ombudsman uit dat het gedrag van de verdachte bepaalt hoeveel geweld de politie mag gebruiken. Als de verdachte de politieagenten slaat of schopt, mag de politie volgens de Ombudsman zwaar fysiek geweld gebruiken zoals een stomp in de maag geven, de wapenstok en ook pepperspray inzetten. Als de verdachte zich fysiek verzet bij een aanhouding, zoals zich losrukken of vasthouden aan een stoel, dan mag de politie licht fysiek geweld gebruiken zoals hem vastpakken, duwen de verdachte naar de grond werken. Bij vluchtgevaar mag de politie handboeien omdoen.

Eén van de regels is: een vuistslag in het gezicht is in beginsel niet geoorloofd (zie pagina 60). Het kan alleen in zeer uitzonderlijke situaties worden aangemerkt als een passende vorm van geweld, vanwege het risico op letsel. De Ombudsman weegt mee dat als agenten in de meerderheid zijn, een minder risicovolle manier van geweld vereist is (en dat een vuistslag in het gezicht dus niet mag).

Blauwe kamer oordeelt over vuistslag in het gezicht

Sinds 1 juli 2022 worden alle zaken waarbij politiemensen als verdachte voor de rechter staan behandeld door de rechtbank Midden-Nederland. In juli 2023 deed deze zogenoemde “blauwe kamer” voor het eerst een gerechtelijke uitspraak. Deze eerste rechtszaak draaide om de vraag of de agent vervolgd moest worden die bij die aanhouding in 2020 de verdachte meerdere vuistslagen in het gezicht gaf

Volgens de rechtbank was er sprake van een uitzonderlijke situatie die de vuistslagen in het gezicht rechtvaardigde. De rechtbank geeft daarvoor vier redenen. Zij bevonden zich in een kleine slaapkamer in de woning van de verdachte. Zijn collega bood hem onvoldoende ondersteuning. De zus van de verdachte “stond in de deuropening te schreeuwen” en er “kwam een hond tevoorschijn.”

Reactie Controle Alt Delete

De verdachte verzette zich inderdaad, maar hij gebruikte geen geweld tégen de politie. De politie mocht daarom, het rapport van de Ombudsman volgend, alleen maar licht fysiek geweld gebruiken, zoals duwen. De verdachte was niet gewapend. De zus van de verdachte viel de agenten niet aan, ze schreeuwde slechts. Ook de hond viel de agenten niet aan, er staat zelfs niet dat hij blafte. De sfeer was wellicht grimmig en agressief, maar dat is volgens het rapport van de Ombudsman onvoldoende reden om van een bijzondere situatie te spreken. De politiemensen waren bovendien in de meerderheid – zij waren met drie agenten aanwezig. De derde agent kwam binnen toen de verdachte nog niet onder controle was gebracht. Een van de drie agenten hielp onvoldoende mee, maar dat kan geen reden zijn om extra geweld te mogen gebruiken tegen een burger.

Het oordeel van de rechtbank is dan ook niet in lijn met het rapport van de Ombudsman. Hiermee is de eerste uitspraak van de Blauwe Kamer, in het licht van de bescherming van burgers tegen politiegeweld, teleurstellend te noemen.