Rol Controle Alt Delete bij docu over TOP400-aanpak

Moeders is een film over vier moeders met een zoon op de Top400 lijst, de Amsterdamse aanpak om jeugdcriminaliteit te voorkomen. De moeders vertellen hoe hun leven is beïnvloed door deze lijst, hoe ze zich gevangen voelen in een web van hulpinstanties, jeugdzorg, politie, een ambitieuze burgemeester en hoe hun kinderen dreigen af te glijden richting de criminaliteit. De Teledoc Moeders van Nirit Peled is een productie van BALDR Film en de VPRO, in samenwerking met CoBO en het Nederlands Filmfonds. Vanuit Controle Alt Delete verzorgen we de impactcampagne. Ook hebben we aan de voorkant meegedacht, expertise gedeeld en de documentairemaker in contact gebracht met moeders wiens kind (mogelijk) op de Top400 lijst staat.

Impactcampagne

De impactcampagne bestaat uit ervoor zorgdragen dat er Kamervragen en raadsvragen gesteld worden. Dit is beide gelukt. Verder organiseren we vertoningen met nagesprek voor bepaalde doelgroepen (ketenpartners van de gemeente en maatschappelijke organisaties) om er voor zorg te dragen dat bewustwording groeit rondom het problematische karakter van dergelijke aanpakken en om mensen in Amsterdam op te roepen zich te melden bij PILP voor een mogelijk juridisch proces tegen de gemeente vanwege deze aanpak. We focussen ons op Amsterdam maar weten dat vergelijkbare aanpakken ook in andere steden plaatsvinden. We hebben raadsleden uit andere steden hierop geattendeerd. We hebben een aanjagersrol op ons genomen en proberen andere partijen in the lead te zetten omdat wij zelf dat helaas niet kunnen vanwege capaciteitstekort.

Reden betrokkenheid

Politiemutaties zijn van invloed op het bepalen of iemand wel/niet op zo’n lijst komt te staan. Wij zijn hierop tegen. De gemeente en de politie horen te reageren op crimineel gedrag. De Top400 is geïnitieerd als een preventieve aanpak om criminaliteit te voorkomen, maar is gebaseerd op een risicomodel waarbij politiegegevens leidend zijn. Hierdoor komen jongeren met een migratieachtergrond eerder op de lijst dan Nederlands-Nederlandse jongeren. We zien kansenongelijkheid in de gehele strafrechtketen. Dit soort aanpakken spelen daar een belangrijke rol in.

ProKid+

De eerste groep van 125 jongeren werd met het algoritme ProKid+ geselecteerd, een algoritme dat de politie ontwikkelde. In Amsterdam stelden D66 en DENK er vragen over. Zij vroegen o.a. of daders en slachtoffers op dezelfde lijst terecht kunnen komen. Kort na de introductie van ProKid+ wilde De gemeente van het algoritme af. Het was niet uit te leggen aan ouders, zo blijkt uit onderzoek van Fieke Jansen. Desalniettemin zet de politie de ontwikkeling van ProKid+ voort, binnenkort start een pilot in Oost-Nederland. SP Kamerlid Renske Leijten stelde er vragen over.

CAS

De politie heeft, naast ProKid+ nóg een eigen instrument om misdaad te voorspellen. Dit algoritme is ook gericht op jongeren. Uit antwoorden op Kamervragen – ook ingediend door de SP – blijkt dat de politie overlast door jongeren voorspelt met computers. De politie gebruikt hiervoor CAS (criminaliteits anticipatie systeem) en het wordt door 71 basisteams gebruikt. Dat is bijna de helft van alle 168 basisteams in Nederland.

Misleiding

De Top400 aanpak wordt door de uitvoerders ervan gepresenteerd als een vorm van zorg, waarbij het zou gaan om het op het rechte pad houden van de kinderen en jongeren in kwestie. De aanpak lijkt echter vooral en soms zelfs enkel gericht te zijn op surveillance, repressie en veiligheid. Ook is opvallend dat de stemmen, ervaringen en behoeften van de minderjarigen en hun families volledig lijken te ontbreken. Het PILP-NJCM* geeft dan dat ook ernstige problemen lijken te bestaan op het gebied van mensenrechten, discriminatie, toegang tot de rechter en privacy in de structuur van de Top400.

Op 15 november (ná de première van Moeders en vóór de TV-vertoning) veranderde de gemeente Amsterdam de website waar de criteria voor de Top400 op staan. Voor 15 november 2022 stonden er twee varianten op de website om op de lijst te komen, na 15 november nog maar één variant.

Visie

De gemeente en de politie horen te reageren op crimineel gedrag. De Top400 is geïnitieerd als een preventieve aanpak om criminaliteit te voorkomen, maar is gebaseerd op een risicomodel waarbij politiegegevens leidend zijn. Hierdoor komen jongeren met een migratieachtergrond eerder op de lijst dan Nederlands-Nederlandse jongeren. Dit maakt dat de Top400 opnieuw een voorbeeld is van wet-/regelgeving die (onbedoeld) voor discriminatie kan zorgen. De Parlementaire Onderzoekscommissie van de Eerste Kamer schreef in 2022 een rapport over wetgeving die tot discriminatie leidt. De commissie schreef dat mensen met “een etnische afkomst een verhoogde kans op staandehouding door de politie hebben en daardoor vaker een ‘aantekening’ hebben in een politiedossier.” Daardoor worden zij onevenredig getroffen door wetten waarbij het politiedossier een belangrijke rol speelt, zoals de VOG-wet. De Top400 heeft een vergelijkbaar effect.

Oproep

Op dit moment is PILP-NJCM in gesprek met de mensen die zijn geraakt door de Top400 om te kijken wat deze gemeenschap nodig heeft en om de mogelijkheden van een eventuele strategische procedure te verkennen. Het PILP roept een ieder op die op de TOP400-lijst staat of denkt te staan. Ouders/verzorgers/jongeren kunnen contact opnemen via: contact@pilpnjcm.nl of door te bellen naar 020-5252966.

* Het Public Interest Litigation Project (PILP), een onderdeel van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), verkent de mogelijkheden van strategisch procederen voor mensenrechten in Nederland. Het PILP-NJCM kijkt in opdracht van en samen met verschillende NGO’s, journalisten en onderzoekers naar de Top400. PILP heeft, na gewezen te zijn op enkele zorgwekkende signalen, op 7 januari 2020 een Wob-verzoek gedaan naar de Top400 en heeft uiteindelijk, na het starten van een procedure bij de rechtbank, alle stukken ontvangen. Onderzoeker Fieke Jansen analyseerde (als onderdeel van het ERC Data Justice Project) de Wob-stukken voor en met PILP en schreef daarover een rapport, met enkele kritische aanbevelingen. Partners die betrokken waren bij de totstandkoming van het rapport zijn Mamamess, Controle Alt Delete, Bits of Freedom, en Fair Trials.