Top400-aanpak is discriminerend

Vanuit Controle Alt Delete hebben we weer meegewerkt aan een documentaire. Dit keer over de TOP400. MOEDERS is een film over vier moeders met een zoon op de Top400 lijst, de Amsterdamse aanpak om jeugdcriminaliteit te voorkomen. De moeders vertellen hoe hun leven is beïnvloed door deze lijst, hoe ze zich gevangen voelen in een web van hulpinstanties, jeugdzorg, politie en een ambitieuze burgemeester en hoe hun kinderen dreigen af te glijden richting de criminaliteit.

Woo-verzoek

De film is gebaseerd op vele gesprekken met moeders die kinderen hebben die op de Top400 lijst staan. Daarnaast is er onderzoek gedaan door filmmaker Nirit Peled, in samenwerking met onderzoeker Fieke Jansen en mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas. Samen dienden zij een Woo-verzoek* in bij de gemeente en de politie, om meer duidelijkheid te krijgen over hoe de Top400 werkt en hoe jongeren op de lijst terecht komen.

Top down veiligheidsaanpak

Jansen schreef hierover een rapport waarin een beeld opdoemt van een stevige top-down veiligheidsaanpak. Een brede coalitie van instellingen, waaronder jeugdwerk, straatcoaches, buurtorganisaties, de gemeente en de politie coördineren hun acties. Hun doel daarbij is om criminaliteit te voorkomen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat straatcoaches in opdracht van de gemeente helpen om informatie te verzamelen over specifieke jongeren. Ook welzijnsorganisatie Streetcornerwork verzamelt informatie voor de Top400. In de brede coalitie waarin jongeren besproken worden zit vervolgens ook de politie, de reclassering en andere instanties aan tafel.

Algoritme is de basis voor Top400

Uit de Woo-documenten blijkt ook hoe jongeren op deze lijst komen. De eerste groep van 125 jongeren werd in 2016 geselecteerd met ProKid+, een door de politie ontwikkeld algoritme. Na 2016 stopte de Top400 met ProKid+, mede omdat de gemeente niet aan de ouders wilde uitleggen waarom hun kind geselecteerd was voor de Top400. Hoe het algoritme precies werkte is nog steeds niet bekend. Zo is niet duidelijk hoe ProKid+ de verschillende variabelen woog. Archiefbeelden uit de tijd van oud-burgemeester Van der Laan laten zien dat de gemeente al in een vroeg stadium op de hoogte was van het disfunctioneren van het “risicotaxatie-instrument” ProKid+.

Politiecontact leidend voor Top400

Hoewel de politie ProKid+ nog steeds gebruikt, werkt de Top400 er niet meer mee. Door de jaren heen zijn bovendien de criteria veranderd waardoor jongeren op de lijst komen. In 2021 en 2022 kom je op de lijst vanwege contacten met de politie. Daarbij tellen alle vormen van contact mee: praatjes waarbij gevraagd wordt naar ID, staandehoudingen en arrestaties. Maar ook als jongeren hun school niet hebben afgemaakt, slachtoffer/getuige/verdachte was bij huiselijk geweld en mensen in hun omgeving in beeld zijn bij de politie wordt dat meegenomen. De gevolgen zijn schrijnend. Eén van de moeders uit de documentaire vertelt dat haar zoon nog nooit veroordeeld is voor een strafbaar feit. Toch stond hij vier jaar lang op de lijst. Zij, en andere moeders, voelen zich gevangen in een web van hulpinstanties, jeugdzorg, politie en een ambitieuze burgemeester.

Reactie Controle Alt Delete

De gemeente en de politie horen te reageren op crimineel gedrag. De Top600, die er op is gericht om het aantal misdrijven door veelplegers tegen te gaan, lijkt aan te sluiten bij deze missie. De Top400 is geïnitieerd als een preventieve aanpak om criminaliteit te voorkomen, maar is gebaseerd op een risicomodel waarbij politiegegevens leidend zijn. Hierdoor komen jongeren met een migratieachtergrond eerder op de lijst dan Nederlands-Nederlandse jongeren.

Dit maakt dat de Top400 opnieuw een voorbeeld is van wet-/regelgeving die (onbedoeld) voor discriminatie kan zorgen. De Parlementaire Onderzoekscommissie van de Eerste Kamer schreef in 2022 een rapport over wetgeving die tot discriminatie leidt. De commissie schreef dat mensen met “een etnische afkomst een verhoogde kans op staandehouding door de politie hebben en daardoor vaker een ‘aantekening’ hebben in een politiedossier.” Daardoor worden zij onevenredig getroffen door wetten waarbij het politiedossier een belangrijke rol speelt, zoals de VOG-wet. De Top400 heeft een vergelijkbaar effect. Wij scharen ons daarom achter de conclusies die in het rapport over de Top400 staan:

1. Politie en Openbaar Ministerie mogen niet betrokken zijn bij de toegang tot sociale voorzieningen en het verlenen van zorg.

2. Tenzij de gemeente Amsterdam de mensenrechten, discriminatie, toegang tot de rechter en privacyproblemen kan aanpakken, moet zij de Top400 in zijn huidige vorm en werking stopzetten.

3. De gemeente moet luisteren naar de ervaringen, behoeften en stemmen van de minderjarigen en hun ouders om te komen tot een aanpak om hun levenskansen te verbeteren.

4. De politie stopt de ontwikkeling en implementatie van ProKid+ en soortgelijke predictive policing tools.

* De Woo was voorheen bekend als de Wob. Woo staat voor Wet open overheid. Deze wet geeft het recht om informatie op te vragen over hoe de overheid handelt, waarom en hoe een besluit is genomen.